De Pauluskerk is een begrip binnen en buiten Rotterdam. De kerk werd vooral bekend om haar dominee, Hans Visser. De kerk vormt sinds jaar en dag een baken van hulp voor mensen aan de onderkant van de samenleving, waaronder drugsverslaafden, dak-en thuislozen, uitgeprocedeerde asielzoekers en illegalen. De oude Pauluskerk werd in 2007 gesloopt.
In 2013 herrees een nieuwe Pauluskerk, in de vorm van een nogal futuristisch bouwwerk. Het gebouw biedt ruimte aan maatschappelijk en diaconaal werk, medische zorg, vluchtelingenhulp, hulp bij terugkeer van vluchtelingen naar het land van herkomst, en kunst en muziek door bezoekers. Daarnaast zijn er 24 slaapplaatsen voor plotseling daklozen. In de opvang van drugsverslaafden voorziet de Pauluskerk niet meer; dit wordt nu door de gemeente geregeld.
Elke dag tussen 9:00 en 21:00 heeft de Pauluskerk haar deuren geopend voor een ieder die verlangt naar een bak koffie, een broodje en gezelligheid. Op de zondagavond kan de Pauluskerk extra handen goed gebruiken. Via de website van RotterdamCares gaf ik me op om te komen helpen tijdens de zondagse spelletjesavond.
Enigszins onwennig liep ik binnen. Het voelde alsof minstens dertig paar mannelijke ogen me aanstaarden. Mensen hingen passief rond tafeltjes of waren druk met elkaar in gesprek in vreemde talen. Van spelletjes geen sprake. Tot iemand een sjoelbak uit de berging trok. Een andere RotterdamCares-vrijwilligster dook er meteen achter. Ik liep aarzelend op de kast met gezelschapsspelen af, en was dolblij toen een man met een gehavend gezicht vroeg: "Wil je dammen?"
Vervolgens heb ik de hele avond dammend doorgebracht. Met een Latijns-Amerikaanse meneer die als adoptiekind naar Nederland kwam, en thuis kwam te zitten toen hij na een val uit het raam niet meer kon werken. Elke avond komt hij naar de Pauluskerk voor een beetje aanspraak en gezelligheid. En met een joviale en goed geklede oudere man die me bij het dammen finaal inmaakte, en me pas daarna verklapte dat hij jaren bij een damvereniging heeft gespeeld. Uit zijn hoofd stelde hij een ingewikkelde speelsituatie van twee wereldkampioenen op, die hij die week in de krant had gezien. De kampioenen hadden de kans laten glippen, maar meneer wist me nauwgezet voor te spelen hoe zwart vanuit een benarde situatie toch kon overwinnen. Toen vroeg ik meteen maar of hij me de Haarlemmer slagzet eens voor wilde spelen, omdat ik die me niet precies meer kon herinneren. Daarna zette hij nog twee damraadsels voor me op, waar ik genadeloos in faalde. De Haarlemmer slagzet zit er voorlopig wel weer ingehamerd.
Ik keek regelmatig nieuwsgierig om me heen. Naast me zat een vrij jonge meneer met holle ogen te frummelen aan een plastic roerstaafje en een pakje shag. Nederlands sprak hij niet. Over zijn stoelleuning lag iets dat op een slaapzak leek. Ik zocht naar een manier om contact met hem te maken. Maar durfde niet. Wist niet hoe. Achter me zat een groepje Somalische heren. Verderop een groepje dat in het Arabisch sprak. Een man las op de computer een Iraanse krant met de gezellige titel 'Engelab-e Islami', de 'Islamitische Revolutie'. Een spraakzame man ging met een grote feitenkennis de geloofsdiscussie aan met een vrijwilligster van de Pauluskerk. Al die mannen en een enkele vrouw. Wat was hun verhaal?
Om klokslag 21:00 liep de ruimte leeg. Ik liep wat halfslachtig rond met een poetsdoekje, en maakte korte praatjes met een paar van de andere vrijwilligers. Een meisje dat ook voor het eerst was. Twee jongens die om de week op de zondagavond kwamen helpen. Vol nieuwe indrukken fietste ik naar huis, en ik nam me voor binnenkort nog een keer te gaan.
En verder vandaag? Gisteren had ik tijd gespendeerd aan het verzamelen van toneeloefeningen om met mijn cliƫntengroepje op het werk te kunnen doen. Vandaag bleek dat er iets was misgegaan met het opslaan, en dat ik overnieuw kon beginnen. Ik vloekte niet eens heel erg hard. Ook schreef ik een nieuwsbericht voor de website Adopteer een strobaal. Niet geheel belangeloos, want als toekomstig bewoner heb ik er baat bij als die Nijmeegse ecowijk goed uit de verf komt. Maar toch, ik had het ook niet kunnen doen.
De tiende geefdag is een feit!